Onderzoek stelt vast; negeren is niet goed, aaien moet!!
Wat is angst?
Angst is een van de belangrijkste emoties om te overleven. Zonder angst zou iedereen, mens en dier, zich zomaar in ieder gevaar storten. Angst is dus belangrijk voor het voortbestaan van de soort.
Aan de andere kant: als angst buitenproportioneel wordt, kan het voor veel problemen zorgen en de kwaliteit van leven behoorlijk negatief beïnvloeden.
Uit onderzoek blijkt dat 88% van de honden met gedragsproblemen primair angstproblemen hebben. Angstgedrag is er op gericht om de bedreigende prikkel of situatie te vermijden. Het gevaar moet afgewend worden. Dit kan betekenen dat de hond wil vluchten of ontsnappen.
Maar afhankelijk van de mogelijkheden van de situatie en de voorgaande ervaringen van de hond, kan angstgedrag ook bestaan uit dreigen, vechten of juist bevriezen.
Het lichaam reageert direct op de angstprikkel om zich klaar te maken voor actie; de spijsvertering wordt stilgelegd, de hartslag gaat omhoog en er gaat zo veel mogelijk zuurstof naar de spieren die moeten rennen of vechten.
Dit betekent ook dat er minder zuurstof naar de hersenen gaat en dat de hond op dat moment niet goed in staat is om iets te leren. Als de angst die het dier ervaart geen functie meer heeft omdat de situatie objectief bekeken niet bedreigend is, of de reactie van de hond niet in verhouding staat tot de daadwerkelijke dreiging, dan spreken we van abnormale of irreële angst.In dit geval is de angst dus niet meer nuttig, maar vormt een belemmering.
Hoe ontstaat angst? Abnormale angst kan op meerdere manieren ontstaan.
Er is de aangeboren angst (erfelijk) en er is de later ontstane angst. Bij de aangeboren angst is de kans groot dat deze angst zich verder ontwikkeld als de begeleiding niet optimaal is. Bij de later ontstane angst kan het gaan om negatieve ervaringen of zelfs traumatische ervaringen; een aanval van een andere hond, een hond die alleen thuis is terwijl het heel hard gaat onweren, of een kind dat plotseling gillend vlak langs een hond rent. Als de schrik op dat moment heel groot is, kunnen deze situaties, zeker bij honden die niet zo goed gesocialiseerd zijn, voor abnormale angst zorgen.
Een belangrijke veroorzaker van stress en angst is onvoorspelbaarheid en het niet kunnen beïnvloeden van de situatie.
Dit zie je bijvoorbeeld bij honden die met regelmaat (fysiek) gecorrigeerd worden en dit niet begrijpen. Als ze niet weten wanneer ze straf kunnen verwachten en dus ook niet weten hoe ze de straf kunnen vermijden, kunnen ze angstig (én depressief én agressief) worden. De timing van een correctie moet elke keer dat de hond het gedrag vertoont exact goed zijn, wil de hond echt snappen wat hij fout doet. Daarom is het ook zo moeilijk om goed te corrigeren en kunnen we dat dus beter niet doen.
Als liefdevolle eigenaar/begeleider van de hond ben je dé veilige haven voor een hond die angstig kan zijn in verschillende situaties.
Socialisatie & Habituatie
Aangezien angst erfelijk is, begint de preventie van angst al voor de geboorte bij de fokker. De keuze voor de ouderdieren is enorm belangrijk. Als slechts één van de ouderdieren angstig is, heeft dit al grote invloed op de pups; ook als deze ouder niet aanwezig is bij de opvoeding van de pups. De omgeving waarin de pups de eerste acht weken opgroeien is bepalend voor de ontwikkeling van angst in hun verdere leven. De pups moeten GESOCIALISEERD worden.
Dit betekent dat ze de kenmerken en eigenschappen leren kennen van andere levende wezens waarmee ze een sociale band opbouwen. Ze moeten leren dat een mens die zijn tanden laat zien (lachen) iets anders wil zeggen dan een hond die zijn tanden laat zien. Maar socialiseren is meer dan ze alleen in contact brengen met mensen, kinderen, honden en katten. Het bekent dat ze positieve ervaringen met deze wezens moeten opdoen.
Naast socialiseren moeten ze ook HABITUEREN. Dit betekent dat ze moeten wennen aan voorwerpen, geluiden, situaties. Als een hond op zeer jonge leeftijd in aanraking komt met dit soort prikkels, leert hij dat deze prikkels geen bedreiging vormen. Gebeurt dit onvoldoende dan kan er angst ontstaan.
Belangrijk om te weten hierbij is dat ALLE honden een aangeboren angst voor geluiden hebben.
Als de hond dus ergens achteraf in een schuur geboren wordt en niet de gelegenheid krijgt om te wennen aan alle huis-, tuin en keukengeluiden, kun je er vanuit gaan dat deze geluiden angst veroorzaken.
Wat kun je zelf doen?
De Socialisatie en Habituatie stoppen niet als de pup naar de nieuwe eigenaar gaat. Het is dus heel belangrijk dat je als pup-eigenaar voldoende onderneemt met je pup. Natuurlijk heeft een pup ook veel slaap nodig om al deze prikkels te verwerken. Je hoeft niet de hele dag met je pup op pad. Maar hem alleen maar in de tuin laten poepen en plassen omdat hij nog niet al zijn entingen heeft gehad is zeker niet goed voor zijn ontwikkeling.
Zoals gezegd is angst een nuttige emotie die elk levend wezen heeft. Het is dus helemaal niet erg als een pup of volwassen hond eens ergens bang voor is of schrikt. Wat wel belangrijk is, is hoe je daar als baas mee om gaat om te voorkomen dat de angst abnormale vormen aanneemt.
Dit betekent dat je altijd goed naar de signalen van je hond moet kijken en luisteren! Stel je loopt over straat met je hond (pup of volwassen) en er komt iemand op jullie af die de hond wil aaien.
Wat doe je als de hond terugdeinst of diep in je armen wegkruipt? Laat je de hond dan toch aaien? De hond laat zien dat hij het eng vindt, geeft zijn grens aan en die moeten wij respecteren. Als je een stabiele en gelukkige hond wilt, zul je hem als baas vooral VEILIGHEID moeten bieden.
Betekent dit dan dat je onmiddellijk weg moet lopen met je hond?
Je kunt proberen of de hond iets lekkers wil aannemen van deze persoon, zonder dat deze gaat aaien. Zo maak je er een positieve ervaring van. Als de hond dit niet aanneemt, is de angst waarschijnlijk te groot en moet je de afstand tussen de hond en de vreemde persoon vergroten tot het punt waarop je hond zich weer veilig voelt.
Pas als je net buiten die grens bent, kun je gaan werken aan de angst door de hond iets prettigs te laten ervaren (iets lekkers of spel) en dan langzaam de grens te gaan verschuiven. Dit proces gaat in kleine stapjes en kan minuten tot weken duren en geldt voor alle wezens, objecten of situaties waar de hond bang voor is.
TROOSTEN MOET!
Een ander zeer belangrijk punt wat je als baas zelf kunt doen als je hond bang is en wilt voorkomen dat die angst erger wordt, is de hond steunen. Dit kan in de vorm van aaien en geruststellend toespreken. Hoewel door sommige mensen nog steeds wordt beweerd dat je een angstige hond moet negeren, is er in 1967 en vervolgens in 1998 al onderzoek gedaan waaruit bleek dat aaien en troosten het stresshormoon Cortisol in het lichaam laat dalen en dat het de hartslag reduceert.
Het is dus bewezen dat troosten d.m.v. aaien de angstemotie vermindert. Dit wil niet zeggen dat je dat ook altijd in het gedrag terugziet. Angstgedrag en angstemotie zijn twee verschillende dingen.
Maar wil je aan het angstgedrag kunnen werken, dan zul je eerst de emotie moeten veranderen. Daarbij is het helemaal niet erg als een hond steun bij zijn baas komt zoeken omdat hij bang is.
Het gevoel van veiligheid is de basis waaraan ieder wezen behoefte heeft en wat is er mooier dan dat gevoel aan je hond te kunnen bieden door hem simpelweg te steunen in plaats van te negeren?
Therapie
Mocht een hond om één of andere reden toch extreme angst ontwikkelen, dan hoef je het daar gelukkig niet bij te laten zitten.
Hoewel de behandeling van extreme angst niet makkelijk is en de emotie altijd in een deel van de hersenen blijft opgeslagen, kunnen de meeste honden wel geholpen worden om normaal te functioneren.
De eerste voorwaarde om een (extreem) angstige hond te kunnen behandelen is dat de hond zich leert te ontspannen en dat de eigenaar deze signalen leert te herkennen.
Veel honden vinden het heerlijk om gemasseerd te worden. Dit is dan ook een prima methode om de hond in ontspannen toestand te krijgen.
Daarbij versterkt het de vertrouwensband tussen baas en hond, die het gevoel van veiligheid ten goede komt. Naast de gedragstherapie en training die daarop volgt, wat inhoudt dat de hond nieuwe gedragspatronen aanleert, kan medicatie ook een onderdeel van de therapie zijn.
Middelen die worden voorgeschreven door de dierenartsen zijn o.a. Clomicalm, Reconcile en Vetranquil. Echter mag nooit vergeten worden dat deze medicatie vaak zware bijwerkingen heeft en verslavend kan zijn.
Ook kunnen sommige van deze middelen de geluidsgevoeligheid versterken waardoor het dier juist angstiger wordt voor bijvoorbeeld vuurwerk of onweer. Het is dus belangrijk om altijd heel goed te kijken naar de oorzaak van de angst voordat een middel wordt toegepast en medicatie ook altijd te combineren met gedragstherapie om de medicatie zo snel mogelijk weer af te kunnen bouwen.
Alternatieven
Er zijn naast bovenstaande therapieën, ook nog andere mogelijkheden om een angstig dier te behandelen.
Wij werken onder andere met Bach Bloesem Remedies en andere natuurlijke rustgevende middelen die ondersteunend kunnen werken. Ook kan bepaalde trainingen bijdragen aan het verminderen van algemene angsten en onzekerheden.
Mocht u naar aanleiding van dit onderwerp nog vragen hebben? Stuur ons dan een mail of vraag het in de winkel.